Deuteronomium 27:5

5 En gij zult aldaar den HEERE, uw God, een altaar bouwen, een altaar van stenen; gij zult geen ijzer over hetzelve bewegen.

Deuteronomium 27:5 Meaning and Commentary

Deuteronomy 27:5

And there shall thou build an altar to the Lord thy God
On the same mountain, though not of the same stones. Jarchi's note is,

``after that (the setting up of the plastered stones) thou shalt bring from thence (from Jordan) others, and build of them an altar on Mount Ebal;''

but Josephus ^F20 places this altar not on Mount Ebal, but between that and Gerizim. This altar, he says, was ordered to be built towards the rising sun, not far from the city of Shechem, between two mountains, Gerizim and Ebal; but the text is express, that it was to be built where the stones were set up, which was on Mount Ebal, and there it was built, ( Joshua 8:30 ) ; an altar of stones; of whole stones, as in ( Deuteronomy 27:6 ) , not broken, nor hewed, but rough as they were when taken out of the quarry: thou shalt not lift up [any] iron [tool] upon them;
to hew them, and make them smooth; (See Gill on Exodus 20:25);

---

FOOTNOTES:

F20 Ut supra. (Antiqu. l. 4. c. 8. sect. 44.)

Deuteronomium 27:5 In-Context

3 En gij zult daarop schrijven alle woorden dezer wet, als gij overgegaan zult zijn; opdat gij komt in het land, dat de HEERE, uw God, u geven zal, een land vloeiende van melk en honig, gelijk als de HEERE, uwer vaderen God, tot u gesproken heeft.

4 Het zal dan geschieden, als gij over de Jordaan gegaan zult zijn, dat gij dezelve stenen, van dewelke ik u heden gebiede, zult oprichten op den berg Ebal, en gij zult ze met kalk bestrijken;

5 En gij zult aldaar den HEERE, uw God, een altaar bouwen, een altaar van stenen; gij zult geen ijzer over hetzelve bewegen.

6 Van gehele stenen zult gij het altaar des HEEREN, uws Gods, bouwen, en gij zult den HEERE, uw God, brandofferen daarop offeren.

7 Ook zult gij dankofferen offeren, en zult aldaar eten, en vrolijk zijn voor het aangezicht des HEEREN, uws Gods.