Deuteronomium 27:6

6 Van gehele stenen zult gij het altaar des HEEREN, uws Gods, bouwen, en gij zult den HEERE, uw God, brandofferen daarop offeren.

Deuteronomium 27:6 Meaning and Commentary

Deuteronomy 27:6

Thou shall build the altar of the Lord thy God of whole
stones
And of such Joshua did build it, ( Joshua 8:31 ) ;

and thou shalt offer burnt offerings thereon unto the Lord thy God;
and very likely sin offerings too; for these frequently went together, the one to make atonement for sin, and the other as a gift, and by way of thankfulness for the acceptance of the former; and both typical of Christ, the true sacrifice, and the antitype of all the legal sacrifices.

Deuteronomium 27:6 In-Context

4 Het zal dan geschieden, als gij over de Jordaan gegaan zult zijn, dat gij dezelve stenen, van dewelke ik u heden gebiede, zult oprichten op den berg Ebal, en gij zult ze met kalk bestrijken;
5 En gij zult aldaar den HEERE, uw God, een altaar bouwen, een altaar van stenen; gij zult geen ijzer over hetzelve bewegen.
6 Van gehele stenen zult gij het altaar des HEEREN, uws Gods, bouwen, en gij zult den HEERE, uw God, brandofferen daarop offeren.
7 Ook zult gij dankofferen offeren, en zult aldaar eten, en vrolijk zijn voor het aangezicht des HEEREN, uws Gods.
8 En gij zult op deze stenen schrijven alle woorden dezer wet, die wel uitdrukkende.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.