Deuteronomium 4:46

46 Aan deze zijde van de Jordaan, in het dal tegenover Beth-Peor, in het land van Sihon, den koning der Amorieten, die te Hesbon woonde; welken Mozes sloeg, en de kinderen Israels, als zij uit Egypte waren uitgetogen,

Deuteronomium 4:46 Meaning and Commentary

Deuteronomy 4:46

On this side Jordan, in the valley, over against Bethpeor,
&c.] Where the Israelites abode some time; see ( Deuteronomy 3:29 ) ,

in the land of Sihon king of the Amorites, who dwelt at Heshbon;
which was now conquered, and in the hands of the Israelites:

whom Moses and the children of Israel smote, after they came out of
Egypt;
not as soon as, or quickly after they came from thence; for it was but a few months ago since this conquest was made, whereas it was near forty years since they came out of Egypt.

Deuteronomium 4:46 In-Context

44 Dit is nu de wet, die Mozes de kinderen Israels voorstelde:
45 Dit zijn de getuigenissen, en de inzettingen, en de rechten, die Mozes sprak tot de kinderen Israels, als zij uit Egypte waren uitgetogen;
46 Aan deze zijde van de Jordaan, in het dal tegenover Beth-Peor, in het land van Sihon, den koning der Amorieten, die te Hesbon woonde; welken Mozes sloeg, en de kinderen Israels, als zij uit Egypte waren uitgetogen,
47 En zijn land in bezitting genomen hadden; daartoe het land van Og, koning van Bazan; twee koningen der Amorieten, die aan deze zijde van de Jordaan waren, tegen den opgang der zon;
48 Van Aroer af, dat aan den oever der beek Arnon is, tot aan den berg Sion, welke is Hermon;
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.