Deuteronomium 4:44

44 Dit is nu de wet, die Mozes de kinderen Israels voorstelde:

Deuteronomium 4:44 Meaning and Commentary

Deuteronomy 4:44

And this is the law which Moses set before the children of
Israel.
] Not the law concerning the cities of refuge, but the law of the ten commands repeated in the following chapter; so Jarchi remarks,

``this which he should set in order after this section;''

as he does in the next chapter, where he repeats in order the ten precepts, and makes observations on the manner of the delivery of them, and urges obedience to them.

Deuteronomium 4:44 In-Context

42 Opdat daarheen vlood de doodslager, die zijn naaste onwetende doodslaat, dien hij van gisteren en eergisteren niet haatte; dat hij in een van deze steden vlood en levend bleef;
43 Bezer in de woestijn, in het effen land, voor de Rubenieten; en Ramoth in Gilead, voor de Gadieten; en Golan in Bazan, voor de Manassieten.
44 Dit is nu de wet, die Mozes de kinderen Israels voorstelde:
45 Dit zijn de getuigenissen, en de inzettingen, en de rechten, die Mozes sprak tot de kinderen Israels, als zij uit Egypte waren uitgetogen;
46 Aan deze zijde van de Jordaan, in het dal tegenover Beth-Peor, in het land van Sihon, den koning der Amorieten, die te Hesbon woonde; welken Mozes sloeg, en de kinderen Israels, als zij uit Egypte waren uitgetogen,
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.