Deuteronomium 6:18

18 En gij zult doen, wat recht en goed is in de ogen des HEEREN; opdat het u welga, en dat gij inkomt, en erft het goede land, dat de HEERE uw vaderen gezworen heeft;

Deuteronomium 6:18 Meaning and Commentary

Deuteronomy 6:18

And thou shalt do that which is right and good in the sight of
the Lord
And what is such appears from the declaration of his mind and will in the commandments he has given, and obeying which is therefore doing what is right and good; for his commandment is holy, just, and good, being agreeable both to his nature and will, ( Romans 7:12 ) that it may be well with thee; as it is with those that fear God, and keep his commandments:

and that thou mayest go in and possess the good land which the Lord
sware unto thy fathers;
to give to them and to their posterity, even the land of Canaan; but if they did not what was right and good in the sight of God, they might expect to be kept out of it, as their immediate parents were, whose carcasses fell in the wilderness.

Deuteronomium 6:18 In-Context

16 Gij zult den HEERE, uw God, niet verzoeken, gelijk als gij Hem verzocht hebt te Massa.

17 Gij zult de geboden des HEEREN, uws Gods, vlijtig houden, mitsgaders Zijn getuigenissen, en Zijn inzettingen, die Hij u geboden heeft.

18 En gij zult doen, wat recht en goed is in de ogen des HEEREN; opdat het u welga, en dat gij inkomt, en erft het goede land, dat de HEERE uw vaderen gezworen heeft;

19 Om al uw vijanden voor uw aangezicht te verdrijven, gelijk als de HEERE gesproken heeft.

20 Wanneer uw zoon u morgen zal vragen, zeggende: Wat zijn dat voor getuigenissen, en inzettingen, en rechten, die de HEERE, onze God, ulieden geboden heeft?