Deuteronomium 6:16

16 Gij zult den HEERE, uw God, niet verzoeken, gelijk als gij Hem verzocht hebt te Massa.

Deuteronomium 6:16 Meaning and Commentary

Deuteronomy 6:16

Ye shall not tempt the Lord your God
By striving with him or against him, by murmuring at or complaining of his providential dealings with them, or by requiring a sign of him, or miracles to be done by him; this is another passage used by Christ to repel the temptations of Satan, ( Matthew 4:7 ) ,

as tempted him in Massah;
a place so called from the Israelites tempting the Lord there, ( Exodus 17:7 ) , the Targum of Jonathan adds, with ten temptations; see ( Numbers 14:21 ) .

Deuteronomium 6:16 In-Context

14 Gij zult andere goden niet navolgen, van de goden der volken, die rondom u zijn.
15 Want de HEERE, uw God is een ijverig God in het midden van u; dat de toorn des HEEREN, uws Gods, tegen u niet ontsteke, en Hij u van den aardbodem verdelge.
16 Gij zult den HEERE, uw God, niet verzoeken, gelijk als gij Hem verzocht hebt te Massa.
17 Gij zult de geboden des HEEREN, uws Gods, vlijtig houden, mitsgaders Zijn getuigenissen, en Zijn inzettingen, die Hij u geboden heeft.
18 En gij zult doen, wat recht en goed is in de ogen des HEEREN; opdat het u welga, en dat gij inkomt, en erft het goede land, dat de HEERE uw vaderen gezworen heeft;
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.