Deuteronomium 8:20

20 Gelijk de heidenen, die de HEERE voor uw aangezicht verdaan heeft, alzo zult gij vergaan, omdat gij de stem des HEEREN, uws Gods, niet gehoorzaam zult geweest zijn.

Deuteronomium 8:20 Meaning and Commentary

Deuteronomy 8:20

As the nations which the Lord destroyeth before your face, so
shall ye perish
Be cut off by the sword, or cast out as they were, the same sins, particularly idolatry, being committed by them. This is to be understood of the seven nations of the land of Canaan, which the Lord would be gradually destroying when Israel came into the possession of their land; and they might righteously expect the same treatment, should they be guilty of the same sins:

because ye would not be obedient to the voice of the Lord your God;
expressed in his law, especially in the two first precepts of it, which require the worship of one God, and forbid the worshipping of idols; or to the Word of the Lord, as the Targum of Jonathan, Christ, the essential Word, in whom the name of the Lord was, and whose voice Israel was to obey, ( Exodus 23:20-22 ) .

Deuteronomium 8:20 In-Context

18 Maar gij zult gedenken den HEERE, uw God, dat Hij het is, Die u kracht geeft om vermogen te verkrijgen; opdat Hij Zijn verbond bevestige, dat Hij aan uw vaderen gezworen heeft, gelijk het te dezen dage is.

19 Maar indien het geschiedt, dat gij den HEERE, uw God, ganselijk vergeet, en andere goden navolgt, en hen dient, en u voor dezelve buigt, zo betuig ik heden tegen u, dat gij voorzeker zult vergaan.

20 Gelijk de heidenen, die de HEERE voor uw aangezicht verdaan heeft, alzo zult gij vergaan, omdat gij de stem des HEEREN, uws Gods, niet gehoorzaam zult geweest zijn.