Esther 6:3

3 Toen zeide de koning: Wat eer en verhoging is Mordechai hierover gedaan? En de jongelingen des konings, zijn dienaars, zeiden: Aan hem is niets gedaan.

Esther 6:3 Meaning and Commentary

Esther 6:3

And the king said, what honour and dignity hath been done to
Mordecai for this?
&c.] He judged it an action worthy of regard, and what ought to be rewarded, as it was the saving of his life; but had forgot whether any royal favour had been shown to the person for it:

then said the king's servants that ministered unto him;
the lords of his bedchamber then in waiting:

there is nothing done for him;
not on that account, nothing more than what he had; he had an office at court before, but was not advanced to anything higher on this account.

Esther 6:3 In-Context

1 In denzelfden nacht was de slaap van den koning geweken, en hij zeide, dat men het boek der gedachtenissen, de kronieken, brengen zou; en zij werden in de tegenwoordigheid des konings gelezen.
2 En men vond geschreven, dat Mordechai had te kennen gegeven van Bigthana en Theres, twee kamerlingen des konings, uit de dorpelwachters, die de hand zochten te leggen aan den koning Ahasveros.
3 Toen zeide de koning: Wat eer en verhoging is Mordechai hierover gedaan? En de jongelingen des konings, zijn dienaars, zeiden: Aan hem is niets gedaan.
4 Toen zeide de koning: Wie is in het voorhof? (Haman nu was gekomen in het buitenvoorhof van het huis des konings, om den koning te zeggen, dat men Mordechai zou hangen aan de galg, die hij hem had doen bereiden.)
5 En des konings jongelingen zeiden tot hem: Zie, Haman staat in het voorhof. Toen zeide de koning: Dat hij inkome.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.