And he went out from Pharaoh Without the city, as he had been wont to do: and entreated the Lord; prayed to him that he would remove the plague of the locusts from the land.
16
Toen haastte Farao, om Mozes en Aaron te roepen, en zeide: Ik heb gezondigd tegen den HEERE, uw God, en tegen ulieden.
17
En nu vergeeft mij toch mijn zonde alleen ditmaal, en bidt vuriglijk tot den HEERE, uw God, dat Hij slechts dezen dood van mij wegneme.
18
En hij ging uit van Farao, en bad vuriglijk tot den HEERE.
19
Toen keerde de HEERE een zeer sterken westenwind, die hief de sprinkhanen op, en wierp ze in de Schelfzee; er bleef niet een sprinkhaan over in al de landpalen van Egypte.
20
Doch de HEERE verstokte Farao's hart, dat hij de kinderen Israels niet liet trekken.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.