Exodus 18:3

3 Met haar twee zonen, welker enes naam was Gersom (want hij zeide: Ik ben een vreemdeling geweest in een vreemd land);

Exodus 18:3 Meaning and Commentary

Exodus 18:3

And her two sons
Those also Jethro took along with him and his daughter:

of which the name of the one was Gershom;
which seems to be his firstborn, ( Exodus 2:22 ) , his name signifies a desolate stranger, as some, or, "there I was a stranger": the reason of which name follows agreeably thereunto:

for he said, I have been an alien in a strange land;
meaning, not the land of Egypt, where he was born, and had lived forty years; but in the land of Midian, where he was when this son of his was born; and which name was given him partly to keep up the memory of his flight to Midian, and partly to instruct his son, that Midian, though his native place, was not his proper country where he was to dwell, but another, even the land of Canaan.

Exodus 18:3 In-Context

1 Toen Jethro, priester van Midian, schoonvader van Mozes, hoorde al wat God aan Mozes, en aan Israel, Zijn volk, gedaan had: dat de HEERE Israel uit Egypte uitgevoerd had;

2 Zo nam Jethro, Mozes' schoonvader, Zippora, Mozes' huisvrouw (nadat hij haar wedergezonden had),

3 Met haar twee zonen, welker enes naam was Gersom (want hij zeide: Ik ben een vreemdeling geweest in een vreemd land);

4 En de naam des anderen was Eliezer, want, zeide hij, de God mijns vaders is tot mijn Hulpe geweest, en heeft mij verlost van Farao's zwaard.

5 Toen nu Jethro, Mozes' schoonvader, met zijn zonen en zijn huisvrouw, tot Mozes kwam, in de woestijn, aan den berg Gods, waar hij zich gelegerd had,