Exodus 2:4

4 En zijn zuster stelde zich van verre, om te weten, wat hem gedaan zou worden.

Exodus 2:4 Meaning and Commentary

Exodus 2:4

And his sister stood afar off
This was Miriam, as the Targum of Jonathan expresses it; who is supposed to be about ten or twelve years of age, others say seven: she was placed ^F5, as the word may be rendered, by her parents, or, "she placed herself" ^F6, by their instruction, at some distance from the place where the ark was, that she might not be observed and be thought to belong to it, and yet so near as to observe what became of it, which was the intent of her standing there, as follows:

to wit what would be done to him;
to know, take notice, and observe, what should happen to it, if anyone took it up, and what they did with it, and where they carried it, for, "to wit" is an old English word, which signifies "to know", and is the sense of the Hebrew word to which it answers, see ( 2 Corinthians 8:1 ) .

---

FOOTNOTES:

F5 (butt) "collocata fuerat", Vatablus.
F6 "Stiterat sese", Junius & Tremellius, "stitit sese", Piscator, Drusius.

Exodus 2:4 In-Context

2 En de vrouw werd zwanger, en baarde een zoon. Toen zij hem zag, dat hij schoon was, zo verborg zij hem drie maanden.

3 Doch als zij hem niet langer verbergen kon, zo nam zij voor hem een kistje van biezen, en belijmde het met lijm en met pek; en zij legde het knechtje daarin, en legde het in de biezen, aan den oever der rivier.

4 En zijn zuster stelde zich van verre, om te weten, wat hem gedaan zou worden.

5 En de dochter van Farao ging af, om zich te wassen in de rivier; en haar jonkvrouwen wandelden aan den kant der rivier; toen zij het kistje in het midden van de biezen zag, zo zond zij haar dienstmaagd heen, en liet het halen.

6 Toen zij het open deed, zo zag zij dat knechtje; en ziet, het jongsken weende; en zij werd met barmhartigheid bewogen over hetzelve, en zij zeide: Dit is een van de knechtjes der Hebreen!