Exodus 24:3

3 Als Mozes kwam en verhaalde aan het volk al de woorden des HEEREN, en al de rechten, toen antwoordde al het volk met een stem, en zij zeiden: Al deze woorden, die de HEERE gesproken heeft, zullen wij doen.

Exodus 24:3 Meaning and Commentary

Exodus 24:3

And Moses came and told the people all the words of the Lord,
and all the judgments
Which according to Jarchi were the seven commands given to the sons of Noah, the laws concerning the sabbath, and honouring parents, the red heifer, and the judgments at Marah; but all these they were acquainted with before, excepting that of the red heifer, and the law, for that was not yet delivered to Moses, nor were these the ten commands, for they had heard them from the Lord themselves; but they doubtless were the judgments, or judicial laws, which he was ordered to set before the people, contained in the two preceding chapters, which were chiefly of the judicial kind, and related to the civil polity of the people of Israel:

and all the people answered with one voice;
one speaking for, and in the name of the rest, or they all lift up their voice together, and being unanimous in their sentiments, expressed them in the same words:

and said, all the words which the Lord hath said will we do;
that is, they would be careful to observe all the laws, statutes, judgments, and commands which the Lord had enjoined them; and less than this they could not say, for they had promised Moses, that if he would draw nigh to God, and hear what he should say, and deliver it to them, they would hearken to it, and obey it, as if they had heard God himself speak it; only they entreated the Lord would speak no more to them, as he did the ten commands, it being so terrible to them.

Exodus 24:3 In-Context

1 Daarna zeide Hij tot Mozes: Klim op tot den HEERE, gij en Aaron, Nadab en Abihu, en zeventig van de oudsten van Israel; en buigt u neder van verre!

2 En dat Mozes alleen zich nadere tot den HEERE, maar dat zij niet naderen; en het volk klimme ook niet op met hem.

3 Als Mozes kwam en verhaalde aan het volk al de woorden des HEEREN, en al de rechten, toen antwoordde al het volk met een stem, en zij zeiden: Al deze woorden, die de HEERE gesproken heeft, zullen wij doen.

4 Mozes nu beschreef al de woorden des HEEREN, en hij maakte zich des morgens vroeg op, en hij bouwde een altaar onder aan den berg, en twaalf kolommen, naar de twaalf stammen van Israel.

5 En hij zond de jongelingen van de kinderen Israels, die brandofferen offerden, en den HEERE dankofferen offerden, van jonge ossen.