Exodus 3:15

15 Toen zeide God verder tot Mozes: Aldus zult gij tot de kinderen Israels zeggen: De HEERE, de God uwer vaderen, de God van Abraham, de God van Izak, en de God van Jakob, heeft mij tot ulieden gezonden; dat is Mijn Naam eeuwiglijk, en dat is Mijn gedachtenis van geslacht tot geslacht.

Exodus 3:15 Meaning and Commentary

Exodus 3:15

And God said moreover unto Moses
As a further explanation of the above name, and of the design and use of it: thus shalt thou say unto the children of Israel:
for their further instruction in the said name, and for the confirmation of the mission of Moses, and the success of it: the Lord God of your fathers, the God of Abraham, the God of Isaac, and
the God of Jacob, hath sent me unto you;
he who is Jehovah, and the covenant God of the ancestors of the people of Israel, and of them, so he is called, ( Ecclesiastes 3:6 ) this [is] my name for ever:
meaning either "Ehjeh, I am", in the preceding verse, or, which is the same, Jehovah in this, and so both of them, and including also the name of the God of Abraham which he was always to be known by: and this is my memorial unto all generations;
the name by which he should be made mention of both by himself and others, and by which he would be called to remembrance by his people, and what he had promised unto them, and done for them.

Exodus 3:15 In-Context

13 Toen zeide Mozes tot God: Zie, wanneer ik kom tot de kinderen Israels, en zeg tot hen: De God uwer vaderen heeft mij tot ulieden gezonden; en zij mij zeggen: Hoe is Zijn naam? wat zal ik tot hen zeggen?
14 En God zeide tot Mozes: Ik ZAL ZIJN,, Die Ik ZIJN ZAL! Ook zeide Hij: Alzo zult gij tot de kinderen Israels zeggen: Ik ZAL ZIJN heeft mij tot ulieden gezonden!
15 Toen zeide God verder tot Mozes: Aldus zult gij tot de kinderen Israels zeggen: De HEERE, de God uwer vaderen, de God van Abraham, de God van Izak, en de God van Jakob, heeft mij tot ulieden gezonden; dat is Mijn Naam eeuwiglijk, en dat is Mijn gedachtenis van geslacht tot geslacht.
16 Ga heen, en verzamel de oudsten van Israel, en zeg tot hen: De HEERE, de God uwer vaderen, is mij verschenen, de God van Abraham, Izak en Jakob, zeggende: Ik heb ulieden getrouwelijk bezocht, en hetgeen ulieden in Egypte is aangedaan;
17 Daarom heb Ik gezegd: Ik zal ulieden uit de verdrukking van Egypte opvoeren, tot het land der Kanaanieten, en der Hethieten, en der Amorieten, en der Ferezieten, en der Hevieten, en der Jebusieten; tot het land, vloeiende van melk en honig.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.