Exodus 5:20

20 En zij ontmoetten Mozes en Aaron, die tegen hen over stonden, toen zij van Farao uitgingen.

Exodus 5:20 Meaning and Commentary

Exodus 5:20

And they met Moses and Aaron
The officers of the children of Israel, who had been with their complaints to Pharaoh:

who stood in the way as they came forth from Pharaoh;
they, had placed themselves in a proper situation, that they might meet them when they came out, and know what success they had, and which they were extremely desirous of hearing; by which they might judge in what temper Pharaoh was, and what they might for the future expect from him in consequence of their embassy.

Exodus 5:20 In-Context

18 Zo gaat nu heen, arbeidt; doch stro zal u niet gegeven worden; evenwel zult gij het getal der tichelstenen leveren.
19 Toen zagen de ambtlieden der kinderen Israels, dat het kwalijk met hen stond, dewijl men zeide: Gij zult niet minderen van uw tichelstenen, van het dagwerk op zijn dag.
20 En zij ontmoetten Mozes en Aaron, die tegen hen over stonden, toen zij van Farao uitgingen.
21 En zeiden tot hen: De HEERE zie op u, en richte het, dewijl dat gij onzen reuk hebt stinkende gemaakt voor Farao, en voor zijn knechten, gevende een zwaard in hun handen, om ons te doden.
22 Toen keerde Mozes weder tot den HEERE, en zeide: Heere! waarom hebt Gij dit volk kwaad gedaan, waarom hebt Gij mij nu gezonden?
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.