Exodus 5:8

8 En het getal der tichelstenen, die zij gisteren en eergisteren gemaakt hebben, zult gij hun opleggen; gij zult daarvan niet verminderen; want zij gaan ledig; daarom roepen zij, zeggende: Laat ons gaan, laat ons onzen God offeren!

Exodus 5:8 Meaning and Commentary

Exodus 5:8

And the tale of the bricks, which they did make heretofore, you
shall lay upon them
Oblige them to make and bring in the same number of bricks they used to do, when straw was brought to them and given them; by which it appears, that their daily task was such a number of bricks:

you shall not diminish ought thereof;
not make any abatement of the number of bricks, in consideration of their loss of time and their labour in going to fetch straw from other places:

for they be idle;
and want to be indulged in a lazy disposition, which ought by no means to be connived at:

therefore they cry, let us go and sacrifice to our God;
suggesting, that this request and cry of theirs did not proceed from a religious principle, or the great veneration they had for their God, but from the sloth and idleness they were addicted to.

Exodus 5:8 In-Context

6 Daarom beval Farao, ten zelfden dage, aan de aandrijvers onder het volk, en deszelfs ambtlieden, zeggende:
7 Gij zult voortaan aan deze lieden geen stro meer geven, tot het maken der tichelstenen, als gisteren en eergisteren; laat hen zelven heengaan, en stro voor zichzelven verzamelen.
8 En het getal der tichelstenen, die zij gisteren en eergisteren gemaakt hebben, zult gij hun opleggen; gij zult daarvan niet verminderen; want zij gaan ledig; daarom roepen zij, zeggende: Laat ons gaan, laat ons onzen God offeren!
9 Men verzware den dienst over deze mannen, dat zij daaraan te doen hebben, en zich niet vergapen aan leugenachtige woorden.
10 Toen gingen de aandrijvers des volks uit, en deszelfs ambtlieden, en spraken tot het volk, zeggende: Zo zegt Farao: Ik zal ulieden geen stro geven.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.