Ezechiël 21:17

17 En Ik Zelf zal ook Mijn hand tegen Mijn hand slaan, en Mijn grimmigheid doen rusten; Ik, de HEERE, heb het gesproken.

Ezechiël 21:17 Meaning and Commentary

Ezekiel 21:17

I will also smite my hands together
As well as the prophet was bid to do, ( Ezekiel 21:14 ) , either expressing a concern for the calamity of the people, or indignation at their sins: or rather as encouraging their enemies to make use of the sword pointed at them, and, as it were, rejoicing at their destruction for the honour of his justice. The Targum is,

``and even I will bring vengeance upon vengeance:''

and I will cause my fury to rest;
when the sword has done its business, and just vengeance is taken, the fury of the Lord shall cease; it shall proceed no further, it shall be kept within due bounds, and no more or further rage: I the Lord have said it;
who is omnipotent, and can do all things, and will do everything that he has said, whether in a way of promise or threatening.

Ezechiël 21:17 In-Context

15 Ik heb de punt des zwaards gezet tegen al hun poorten, opdat het hart versmelte, en de aanstoten vermenigvuldigen; ach, het is toegemaakt, opdat het glinstere, het is ingewonden om te slachten.

16 Houd u bijeen, o zwaard! keer u rechtsom, schik u, keer u linksom, waarhenen uw aangezicht gesteld is.

17 En Ik Zelf zal ook Mijn hand tegen Mijn hand slaan, en Mijn grimmigheid doen rusten; Ik, de HEERE, heb het gesproken.

18 Wederom geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende:

19 Gij nu, mensenkind, stel u twee wegen voor, waardoor het zwaard des konings van Babel komt; uit een land zullen zij beide voortkomen; en kies een zijde, kies ze aan het hoofd van den weg der stad.