Ezechiël 23:8

8 Zij verliet ook haar hoererijen niet, gebracht uit Egypte; want zij hadden bij haar in haar jeugd gelegen, en zij hadden de tepelen haars maagdoms betast, en zij hadden hun hoererij over haar uitgestort.

Ezechiël 23:8 Meaning and Commentary

Ezekiel 23:8

Neither left she her idols brought from Egypt
Though the Israelites took in the gods of the Assyrians into their worship, they did not relinquish the golden calves set up at Dan and Bethel, in imitation of the Egyptian deities; the idolatrous worship of which they learned in Egypt, and brought from thence: for in her youth they lay with her;
the Egyptians enticed the Israelites to idolatry when among them, as soon as they began to be a people; (See Gill on Ezekiel 23:3): and they bruised the breasts of her virginity;
who before retained the pure worship of God, and was like a chaste virgin: and poured their whoredom upon her;
expressive of the numerous acts of idolatry committed together by them.

Ezechiël 23:8 In-Context

6 Bekleed met hemelsblauw, vorsten en overheden, altemaal gewenste jongelingen, ruiteren, rijdende op paarden.
7 Alzo dreef zij haar hoererijen met dezelve, die allen de keure der kinderen van Assur waren; en met allen, op dewelke zij verliefd was, met al derzelver drekgoden, verontreinigde zij zich.
8 Zij verliet ook haar hoererijen niet, gebracht uit Egypte; want zij hadden bij haar in haar jeugd gelegen, en zij hadden de tepelen haars maagdoms betast, en zij hadden hun hoererij over haar uitgestort.
9 Daarom gaf Ik haar in de hand van haar boelen over, in de hand der kinderen van Assur, op dewelke zij verliefd was.
10 Dezen ontdekten haar schaamte, haar zonen en haar dochteren namen zij weg, maar haar doodden zij met het zwaard; en zij kreeg een naam onder de vrouwen, nadat men gerichten over haar geoefend had.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.