Ezechiël 24:23

23 En uw hoeden zullen op uw hoofden zijn, en uw schoenen aan uw voeten; gij zult niet rouwklagen, noch wenen, maar gij zult in uw ongerechtigheden versmachten, en een iegelijk tegen zijn broeder zuchten.

Ezechiël 24:23 Meaning and Commentary

Ezekiel 24:23

And your tires shall be upon your heads, and your shoes upon
your feet.
&c.] As will be necessary while travelling, and when carrying captive to a foreign country, as now will be their case: ye shall not mourn nor weep;
shall not dare to do it, because of their enemies; and, moreover, so great should be their miseries and calamities, that they should be struck dumb, and quite astonished and stupefied with them; that they should not be able to vent their sorrow by an outward act of mourning: but ye shall pine away for your iniquities;
without any true sense of them, or godly sorrow for them, but in wretched hardness of heart, and black despair: and mourn one towards another;
not to God, confessing their sins, being contrite and penitent; but to one another, fretting, murmuring, and complaining at the hand of God upon them: this seems to denote the private way of mourning they should use for fear of the enemy, when they could get together by themselves, as well as their disregard to God, against whom they had sinned.

Ezechiël 24:23 In-Context

21 Zeg tot het huis Israels: Alzo zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik zal Mijn heiligdom ontheiligen, de heerlijkheid uwer sterkte, de begeerte uwer ogen, en de verschoning uwer ziel; en uw zonen en uw dochteren, die gij verlaten hebt, zullen door het zwaard vallen.
22 Dan zult gijlieden doen, gelijk als ik gedaan heb; de bovenste lip zult gij niet bewinden, en der lieden brood zult gij niet eten.
23 En uw hoeden zullen op uw hoofden zijn, en uw schoenen aan uw voeten; gij zult niet rouwklagen, noch wenen, maar gij zult in uw ongerechtigheden versmachten, en een iegelijk tegen zijn broeder zuchten.
24 Alzo zal ulieden Ezechiel tot een wonderteken zijn; naar alles, wat hij gedaan heeft, zult gij doen; als dit komt, dan zult gij weten, dat Ik de Heere HEERE ben.
25 En gij, mensenkind! zal het niet zijn, ten dage, als Ik van hen zal wegnemen hun sterkte, de vreugde huns sieraads, den lust hunner ogen en het verlangen hunner zielen, hun zonen en hun dochteren;
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.