Ezechiël 25:1

1 En des HEEREN woord geschiedde tot mij, zeggende:

Ezechiël 25:1 Meaning and Commentary

Ezekiel 25:1

The word of the Lord came unto me
After he had done prophesying to the Jews, he is bid to prophesy against the Gentiles, the nations that lay nearest the Jews: saying;
as follows:

Ezechiël 25:1 In-Context

1 En des HEEREN woord geschiedde tot mij, zeggende:
2 Mensenkind! zet uw aangezicht tegen de kinderen Ammons, en profeteer tegen dezelve;
3 En zeg tot de kinderen Ammons: Hoort des Heeren HEEREN woord: Alzo zegt de Heere HEERE: Omdat gij gezegd hebt: Heah! over Mijn heiligdom, als het ontheiligd werd, en over het land Israels, als het verwoest werd, en over het huis van Juda, als zij in gevangenis gingen;
4 Daarom, ziet, Ik zal u aan die van het oosten overgeven tot een bezitting, dat zij hun burgen in u zetten, en hun woningen in u stellen, die zullen uw vruchten eten, en die zullen uw melk drinken.
5 En Ik zal Rabba tot een kemelstal maken, en de kinderen Ammons tot een schaapskooi; en gij zult weten, dat Ik de HEERE ben.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.