Ezechiël 32:32

32 Want Ik heb ook Mijn schrik gegeven in het land der levenden; dies zal hij gelegd worden in het midden der onbesnedenen bij de verslagenen van het zwaard, Farao en zijn ganse menigte, spreekt de Heere HEERE.

Ezechiël 32:32 Meaning and Commentary

Ezekiel 32:32

For I have caused my terror in the land of the living
Or, "his terror" ^F6; there is a double reading. The Keri or marginal reading, which we follow has it "my terror" ^F7; but the Cetib or writing is his terror; and so read the Septuagint. Syriac, and Arabic versions; both may be taken, and the sense be, I have caused or suffered him, Pharaoh king of Egypt, to be a terror to the nations about him, particularly to the land of Israel, which the Targum expressly mentions as the land of the living; and now I will terrify him who has terrified others: and he shall be laid in the midst of the uncircumcised with those that
are slain with the sword;
shall have a common burial with other Heathen nations; even with such, who, in a way of judgment, have perished by the sword of their victorious enemies, as he will: even Pharaoh and all his multitude, saith the Lord God;
the king of Egypt, his subjects, and his soldiers, as numerous as they are; and thus ends this doleful ditty, and funeral dirge or lamentation, composed, taken up, and sung for Pharaoh as ordered, thereby to assure him of his certain destruction.

---

FOOTNOTES:

F6 (wtytx) "terrorem ejus", Grotius; "consternationem ejus", Starckius.
F7 (ytytx) "terrorem meum", Pagninus, Munster, Tigurine version, Junius & Tremellius, Polanus.

Ezechiël 32:32 In-Context

30 Daar zijn de geweldigen van het Noorden, zij allen, en alle Sidoniers, die met de verslagenen zijn nedergedaald, beschaamd zijnde vanwege hun schrik, die uit hun macht voortkwam, en zij liggen onbesneden bij de verslagenen van het zwaard, en dragen hun schande met degenen, die in den kuil zijn nedergedaald.

31 Farao zal henlieden zien, en zich troosten over zijn ganse menigte; de verslagenen van het zwaard van Farao en zijn ganse heir, spreekt de Heere HEERE.

32 Want Ik heb ook Mijn schrik gegeven in het land der levenden; dies zal hij gelegd worden in het midden der onbesnedenen bij de verslagenen van het zwaard, Farao en zijn ganse menigte, spreekt de Heere HEERE.