Ezechiël 37:8

8 En ik zag, en ziet, en er werden zenuwen op dezelve, en er kwam vlees op; en Hij trok een huid boven over dezelve, maar er was geen geest in hen.

Ezechiël 37:8 Meaning and Commentary

Ezekiel 37:8

And when I beheld, lo, the sinews and the flesh came up upon
them
And they began to look like men, in the shape of men, and were a body of them, as the Jews did when gathered together: and the skin covered them above;
and so looked comely and beautiful, as in the proper form of men; as did the Jews enriched and protected by Cyrus: and this may be an image of such persons so far wrought upon under the word as to look like Christians; to have the form of godliness, and appear outwardly righteous before men, submitting to ordinances, and performing the duties of religion; and yet no principle of spiritual life in them; but, like Adam's body, of the earth, earthly, and breathless, before the breath of life was breathed into it; so here, but there was no breath in them; no spirit in the Jews to return to their land, though they had liberty, till the Lord stirred up their spirits, ( Ezra 1:5 ) , all this, in a spiritual sense, shows how far persons may go under temporary convictions by the word, and yet not be living Christians.

Ezechiël 37:8 In-Context

6 En Ik zal zenuwen op u leggen, en vlees op u doen opkomen, en een huid over u trekken, en den geest in u geven, en gij zult levend worden; en gij zult weten, dat Ik de HEERE ben.

7 Toen profeteerde ik, gelijk mij bevolen was, en er werd een geluid, als ik profeteerde, en ziet een beroering! en de beenderen naderden, elk been tot zijn been.

8 En ik zag, en ziet, en er werden zenuwen op dezelve, en er kwam vlees op; en Hij trok een huid boven over dezelve, maar er was geen geest in hen.

9 En Hij zeide tot mij: Profeteer tot den geest; profeteer, mensenkind! en zeg tot den geest: Zo zegt de Heere HEERE: Gij geest! kom aan van de vier winden, en blaas in deze gedoden, opdat zij levend worden.

10 En ik profeteerde, gelijk als Hij mij bevolen had. Toen kwam de geest in hen, en zij werden levend en stonden op hun voeten, een gans zeer groot heir.