Ezechiël 44:18

18 Linnen huiven zullen op hun hoofd zijn, en linnen onderbroeken zullen op hun lenden zijn; zij zullen zich niet gorden in het zweet.

Ezechiël 44:18 Meaning and Commentary

Ezekiel 44:18

And they shall have linen bonnets upon their heads
Denoting gravity and modesty, subjection to God, and authority among men under him; and also purity of doctrine, and clearness of light and knowledge: and shall have linen breeches upon their loins;
expressive of chastity; see ( Exodus 28:40 Exodus 28:42 ) : they shall not gird themselves with anything that causeth sweat;
so not with wool, which is apt to cause sweat; and is thought to be the reason why it is forbidden in the preceding verse; and so this girdle must be different from the priest's girdle under the law, for that had wool in it: sweat is of an ill smell, and very offensive; and may denote unsound doctrine and immorality in life and conversation, which give offence, and cause the ministry to be blamed, to which is opposed the girdle of truth and holiness, ( Ephesians 6:14 ) . The Talmudic doctors interpret this of the place of girding, which is liable to sweat; and they say ^F15,

``they used not to gird neither below the loins, nor above the arm holes; but over against, or about the armholes;''

which is observed by Jarchi and Kimchi on the text; and the Targum is,

``they shall not gird upon or about the loins, but about the heart;''

that is, about the breast or paps; hence Christ our great High Priest is described as girt about the paps with a golden girdle, ( Revelation 1:13 ) so these are girt that are made priests by him; denoting their hearty zeal and affection for the truths of his Gospel, and the honour of his name, and their readiness to serve and glorify him: or, they shall not gird themselves loosely
^F16; in a negligent manner, which is both indecent, and hinders business.

---

FOOTNOTES:

F15 T. Bab. Zevachim, fol. 18. 2. & 19. 1.
F16 (ewyb wrgxy al) "non cingent seipsos modo instabili, nempe neglectim circumponendo cingulum nimis laxum", Gussetius, p. 315. The Tigurine version is, "quae non adstringent arctius".

Ezechiël 44:18 In-Context

16 Die zullen in Mijn heiligdom ingaan, en die zullen tot Mijn tafel naderen, om Mij te dienen, en zij zullen Mijn wacht waarnemen.

17 En het zal geschieden, als zij tot de poorten van het binnenste voorhof zullen ingaan, dat zij linnen klederen zullen aantrekken; maar wol zal op hen niet komen, als zij dienen in de poorten van het binnenste voorhof, en inwaarts.

18 Linnen huiven zullen op hun hoofd zijn, en linnen onderbroeken zullen op hun lenden zijn; zij zullen zich niet gorden in het zweet.

19 En als zij uitgaan tot het buitenste voorhof, namelijk tot het buitenste voorhof tot het volk, zullen zij hun klederen, in dewelke zij gediend hebben, uittrekken, en dezelve henenleggen in de heilige kameren; en zullen andere klederen aantrekken, opdat zij het volk niet heiligen met hun klederen.

20 En zij zullen hun hoofd niet glad afscheren, ook de lokken niet lang laten wassen; behoorlijk zullen zij hun hoofden bescheren.