Ezechiël 44:16

16 Die zullen in Mijn heiligdom ingaan, en die zullen tot Mijn tafel naderen, om Mij te dienen, en zij zullen Mijn wacht waarnemen.

Ezechiël 44:16 Meaning and Commentary

Ezekiel 44:16

They shall enter into my sanctuary
Both to officiate, and to participate, which strangers and uncircumcised persons might not do, ( Ezekiel 44:9 ) : and they shall come near to my table to minister unto me;
which some understand of the altar of burnt offering, which was as a table, and the sacrifice on it was the food of the Lord, ( Leviticus 3:11 Leviticus 3:16 ) , others, the altar of incense; see ( Ezekiel 41:22 ) . Kimchi interprets it of the table of shewbread; but, whatever is meant in the letter, the mystical sense is, the ordinance of the Lord's supper, called the Lord's table, ( 1 Corinthians 10:21 ) , a table richly spread, and well furnished with spiritual provision: here Christ himself sits, bids his people welcome, eats with them, and they with him; and here all the saints are guests, and ministers in particular officiate: and they shall keep my charge;
continue to do so; for this they did before, ( Ezekiel 44:15 ) , but now should be confirmed in their office, and never be displaced, as others; they that honour God he will honour, ( 1 Samuel 2:30 ) .

Ezechiël 44:16 In-Context

14 Daarom zal Ik hen stellen tot wachters van de wacht des huizes, aan al zijn dienst, en aan alles, wat daarin zal gedaan worden.

15 Maar de Levietische priesters, de kinderen van Zadok, die de wacht Mijns heiligdoms hebben waargenomen, als de kinderen Israels van Mij afdwaalden, die zullen tot Mij naderen, om Mij te dienen; en zullen voor Mijn aangezicht staan, om Mij het vette en het bloed te offeren, spreekt de Heere HEERE;

16 Die zullen in Mijn heiligdom ingaan, en die zullen tot Mijn tafel naderen, om Mij te dienen, en zij zullen Mijn wacht waarnemen.

17 En het zal geschieden, als zij tot de poorten van het binnenste voorhof zullen ingaan, dat zij linnen klederen zullen aantrekken; maar wol zal op hen niet komen, als zij dienen in de poorten van het binnenste voorhof, en inwaarts.

18 Linnen huiven zullen op hun hoofd zijn, en linnen onderbroeken zullen op hun lenden zijn; zij zullen zich niet gorden in het zweet.