Ezechiël 9:3

3 En de heerlijkheid des Gods van Israel hief zich op van den cherub, waarop Hij was, tot den dorpel van het huis; en Hij riep tot den man, die met linnen bekleed was, die de schrijvers-inktkoker aan zijn lenden had.

Ezechiël 9:3 Meaning and Commentary

Ezekiel 9:3

And the glory of the God of Israel was gone up from the cherub,
whereupon he was
That is, the glorious God of Israel; or the glorious Shechinah, and divine Majesty, which dwelt between the cherubim over the mercy seat in the most holy place, removed from thence, as a token of his being about to depart from the temple, which in a short time would be destroyed. The Targum is,

``the glory of the God of Israel departed in the cherub on which he dwelt, in the house of the holy of holies;''
the cherubim removed with him, and were his chariot in which he rode; see ( Ezekiel 10:18 ) ( 11:22 ) ; to the threshold of the house;
of the holy of holies, as Jarchi interprets it; and so was nearer to the brasen altar, where the seven men stood, to give them their orders; of which an account follows: and he called to the man clothed with linen, which [had] the writer's
inkhorn by his side;
he, being the principal person, is called first; and his business being to preserve the Lord's people shows that this was the first care of God.

Ezechiël 9:3 In-Context

1 Daarna riep Hij voor mijn oren met luider stem, zeggende: Doet de opzieners der stad naderen, en elkeen met zijn verdervend wapen in zijn hand.
2 En ziet, zes mannen kwamen van den weg der Hoge poort, die gekeerd is naar het noorden, en elkeen met zijn verpletterend wapen in zijn hand; en een man in het midden van hen was met linnen bekleed, en een schrijvers-inktkoker was aan zijn lenden; en zij kwamen in, en stonden bij het koperen altaar.
3 En de heerlijkheid des Gods van Israel hief zich op van den cherub, waarop Hij was, tot den dorpel van het huis; en Hij riep tot den man, die met linnen bekleed was, die de schrijvers-inktkoker aan zijn lenden had.
4 En de HEERE zeide tot hem: Ga door, door het midden der stad, door het midden van Jeruzalem, en teken een teken op de voorhoofden der lieden, die zuchten en uitroepen over al deze gruwelen, die in het midden derzelve gedaan worden.
5 Maar tot die anderen zeide Hij voor mijn oren: Gaat door, door de stad achter hem, en slaat, ulieder oog verschone niet, en spaart niet!
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.