Ezra 3:6

6 Van den eersten dag af der zevende maand begonnen zij den HEERE brandofferen te offeren; doch de grond van den tempel des HEEREN was niet gelegd.

Ezra 3:6 Meaning and Commentary

Ezra 3:6

From the first of the seventh month began they to offer
burnt offerings unto the Lord
And which day was not only a new moon, but a grand festival, the feast of blowing of trumpets, ( Leviticus 23:24 Leviticus 23:25 ) , and no doubt but they observed the tenth day of this month, with all the rites of it, which was the day of atonement, ( Leviticus 23:27-32 ) ,

but the foundation of the temple of the Lord was not yet laid;
they began first with sacrifices, that having thereby given thanks to God for their return to their own land, and for all the benefits they enjoyed, and made atonement for their sins in a typical way, they might be the more prepared and fit for the work of building the temple; or, "though the foundation" of it was not laid F26, yet they offered the above sacrifices.


FOOTNOTES:

F26 Etsi, Michaelis.

Ezra 3:6 In-Context

4 En zij hielden het feest der loofhutten, gelijk geschreven is; en zij offerden brandofferen dag bij dag in getal, naar het recht, van elk dagelijks op zijn dag.
5 Daarna ook het gedurig brandoffer, en van de nieuwe maanden, en van alle gezette hoogtijden des HEEREN, die geheiligd waren; ook van een ieder, die een vrijwillige offerande den HEERE vrijwilliglijk offerde.
6 Van den eersten dag af der zevende maand begonnen zij den HEERE brandofferen te offeren; doch de grond van den tempel des HEEREN was niet gelegd.
7 Zo gaven zij geld aan de houwers en werkmeesters, ook spijs en drank, en olie, aan de Sidoniers en aan de Tyriers, om cederenhout van den Libanon te brengen aan de zee naar Jafo, naar de vergunning van Kores, koning van Perzie, aan hen.
8 In het tweede jaar nu hunner aankomst ten huize Gods te Jeruzalem, in de tweede maand, begonnen Zerubbabel, de zoon van Sealthiel, en Jesua, de zoon van Jozadak, en de overige hunner broederen, de priesters en de Levieten, en allen, die uit de gevangenis te Jeruzalem gekomen waren; en zij stelden de Levieten, van twintig jaren oud en daarboven, om opzicht te nemen over het werk van des HEEREN huis.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.