Ezra 8:24

24 Toen scheidde ik twaalf uit van de oversten der priesteren: Serebja Hasabja, en tien van hun broederen met hen.

Ezra 8:24 Meaning and Commentary

Ezra 8:24

Then I separated twelve of the chief of the priests
That were in company with him; so that it seems there were more than the two mentioned, ( Ezra 8:2 ) , very probably their families, or some of their brethren, were with them:

Sherebiah, Hashabiah, and ten of their brethren with them;
these men named were Levites, and not priests, ( Ezra 8:18 Ezra 8:19 ) and therefore the copulative "and" must be supplied:

and Sherebiah
or with the twelve priests, Sherebiah, &c. and ten Levites more with them; so that the number of priests and Levites were equal, and in all twenty four.

Ezra 8:24 In-Context

22 Want ik schaamde mij van den koning een heir en ruiters te begeren, om ons te helpen van den vijand, op den weg; omdat wij tot den koning hadden gesproken, zeggende: De hand onzes Gods is ten goede over allen, die Hem zoeken, maar Zijn sterkte en Zijn toorn over allen, die Hem verlaten.
23 Alzo vastten wij; en verzochten zulks van onzen God; en Hij liet zich van ons verbidden.
24 Toen scheidde ik twaalf uit van de oversten der priesteren: Serebja Hasabja, en tien van hun broederen met hen.
25 En ik woog hun toe het zilver, en het goud, en de vaten, zijnde de offering van het huis onzes Gods die de koning en zijn raadsheren, en zijn vorsten, en gans Israel, die er gevonden werden, geofferd hadden;
26 Ik woog dan aan hun hand zeshonderd en vijftig talenten zilvers, en honderd zilveren vaten in talenten; aan goud, honderd talenten;
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.