Ezra 8:25

25 En ik woog hun toe het zilver, en het goud, en de vaten, zijnde de offering van het huis onzes Gods die de koning en zijn raadsheren, en zijn vorsten, en gans Israel, die er gevonden werden, geofferd hadden;

Ezra 8:25 Meaning and Commentary

Ezra 8:25

And I weighed unto them the silver, and the gold, and the
vessels
When he delivered them to them; this he did as a proof of his own integrity and faithfulness, and as a security against any charge or accusation of embezzling any part of them, and to set them an example, and also that they might be under no temptation of acting such a part, and might be vindicated should they be charged with it: even

the offering of the house of our God;
what was freely offered for the service of it:

which the king and his counsellors, and his lords, and all Israel
there present, had offered;
as freewill offerings, see ( Ezra 7:15 Ezra 7:16 ) .

Ezra 8:25 In-Context

23 Alzo vastten wij; en verzochten zulks van onzen God; en Hij liet zich van ons verbidden.
24 Toen scheidde ik twaalf uit van de oversten der priesteren: Serebja Hasabja, en tien van hun broederen met hen.
25 En ik woog hun toe het zilver, en het goud, en de vaten, zijnde de offering van het huis onzes Gods die de koning en zijn raadsheren, en zijn vorsten, en gans Israel, die er gevonden werden, geofferd hadden;
26 Ik woog dan aan hun hand zeshonderd en vijftig talenten zilvers, en honderd zilveren vaten in talenten; aan goud, honderd talenten;
27 En twintig gouden bekers, tot duizend drachmen; en twee vaten van blinkend goed koper, begeerlijk als goud.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.