Genesis 12:14

14 En het geschiedde, als Abram in Egypte kwam, dat de Egyptenaars deze vrouw zagen, dat zij zeer schoon was.

Genesis 12:14 Meaning and Commentary

Genesis 12:14

And it came to pass, that, when Abram was come into Egypt,
&c.] To the city of Heliopolis; for there it was that Abram had his abode, as Eupolemus ^F18 says, when upon the famine he went into Egypt, and where he conversed with the Egyptian priests, and taught them astrology, and other things belonging to it; and of this descent of Abram into Egypt, and teaching astrology, Artapanus ^F19, another Heathen writer, speaks; Abram, he says, having learned the science of astrology, went first into Phoenicia and taught it the Phoenicians, and afterwards went into Egypt, and taught it there.

[The] Egyptians beheld the woman, that she was very fair;
Abram knew that Sarai was a fair woman; but in the eyes of the Egyptians she was very fair, exceeding fair, they not being used to see very beautiful women.

---

FOOTNOTES:

F18 Apud Euseb. ut supra. (Praepar. Evangel. c. 17. p. 418, 419.)
F19 Apud ib. c. 18. p. 420.

Genesis 12:14 In-Context

12 En het zal geschieden, als u de Egyptenaars zullen zien, zo zullen zij zeggen: Dat is zijn huisvrouw; en zij zullen mij doden, en u in het leven behouden.

13 Zeg toch: Gij zijt mijn zuster; opdat het mij wel ga om u, en mijn ziel om uwentwil leve.

14 En het geschiedde, als Abram in Egypte kwam, dat de Egyptenaars deze vrouw zagen, dat zij zeer schoon was.

15 Ook zagen haar de vorsten van Farao, en prezen haar bij Farao; en die vrouw werd weggenomen naar het huis van Farao.

16 En hij deed Abram goed, om harentwil; zodat hij had schapen, en runderen, en ezelen, en knechten, en maagden, en ezelinnen, en kemelen.