Genesis 31:42

42 Ten ware de God van mijn vader, de God van Abraham, en de Vreze van Izak, bij mij geweest was, zekerlijk, gij zoudt mij nu ledig weggezonden hebben! God heeft mijn ellende, en den arbeid mijner handen aangezien, en heeft u gisteren nacht bestraft.

Genesis 31:42 Meaning and Commentary

Genesis 31:42

Except the God of my father, the God of Abraham, and the fear
of Isaac, had been with me
One and the same God is meant, who was the God of his father Isaac, and before him the God of Abraham, and now the fear of Isaac, whom he feared and served with reverence and godly fear, being at this present time a worshipper of him: now Jacob suggests, that unless his father's God had been on his side, and had protected and preserved him, as well as before blessed and prospered him, surely thou hadst sent me away now empty:
coming with such force upon him, he would have stripped him of all he had, of his wives and children, and servants and cattle: God hath seen my affliction, and the labour of my hands;
what hardships he endured in Laban's service, and what pains he took in feeding his flocks: and rebuked [thee] yesternight;
in a dream, charging him to say neither good nor evil to Jacob, which he himself had confessed, ( Genesis 31:29 ) .

Genesis 31:42 In-Context

40 Ik ben geweest, dat mij bij dag de hitte verteerde, en bij nacht de vorst, en dat mijn slaap van mijn ogen week.
41 Ik ben nu twintig jaren in uw huis geweest; ik heb u veertien jaren gediend om uw beide dochteren, en zes jaren om uw kudde; en gij hebt mijn loon tien malen veranderd.
42 Ten ware de God van mijn vader, de God van Abraham, en de Vreze van Izak, bij mij geweest was, zekerlijk, gij zoudt mij nu ledig weggezonden hebben! God heeft mijn ellende, en den arbeid mijner handen aangezien, en heeft u gisteren nacht bestraft.
43 Toen antwoordde Laban en zeide tot Jakob: Deze dochters zijn mijn dochters, en deze zonen zijn mijn zonen, en deze kudde is mijn kudde, ja, al wat gij ziet, dat is mijn; en wat zoude ik aan deze mijn dochteren heden doen? of aan haar zonen, die zij gebaard hebben?
44 Nu dan, kom, laat ons een verbond maken, ik en gij, dat het tot een getuigenis zij tussen mij en tussen u!
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.