Genesis 38:7

7 Maar Er, de eerstgeborene van Juda, was kwaad in des HEEREN ogen; daarom doodde hem de HEERE.

Genesis 38:7 Meaning and Commentary

Genesis 38:7

And Er, Judah's firstborn, was wicked in the sight of the
Lord
That is, exceedingly wicked, as this phrase signifies, ( Genesis 13:13 ) , was guilty of some very heinous sin, but what is not mentioned; according to the Targum of Jonathan and Jarchi, it was the same with his brother Onan's, ( Genesis 38:9 ) , which it is suggested he committed, lest his wife should prove with child, and lose her beauty; but if it had been the same with his, it would have been expressed as well as his. An Arabic writer ^F16 says, that he cohabited with his wife not according to the course of nature, but in the "sodomitical" way: and the Lord slew him;
by his immediate hand, striking him dead at once, as Ananias and Sapphira were stricken, ( Acts 5:5 Acts 5:10 ) ; or by sending some distemper, which quickly carried him off, as a token of his displeasure at his sin.

---

FOOTNOTES:

F16 Abulpharag. Hist. Dynast. p. 16.

Genesis 38:7 In-Context

5 En zij voer nog voort, en baarde een zoon, en noemde zijn naam Sela; doch hij was te Chezib, toen zij hem baarde.

6 Juda nu nam een vrouw voor Er, zijn eerstgeborene, en haar naam was Thamar.

7 Maar Er, de eerstgeborene van Juda, was kwaad in des HEEREN ogen; daarom doodde hem de HEERE.

8 Toen zeide Juda tot Onan: Ga in tot uws broeders huisvrouw, en trouw haar in uws broeders naam, en verwek uw broeder zaad.

9 Doch Onan, wetende, dat dit zaad voor hem niet zoude zijn, zo geschiedde het, als hij tot zijns broeders huisvrouw inging, dat hij het verdierf tegen de aarde, om zijn broeder geen zaad te geven.