Genesis 7:1

1 Daarna zeide de HEERE tot Noach: Ga gij, en uw ganse huis in de ark; want u heb Ik gezien rechtvaardig voor Mijn aangezicht in dit geslacht.

Genesis 7:1 Meaning and Commentary

Genesis 7:1

And the Lord said unto Noah
After Noah had built the ark, and got all things ready as were commanded him; and when it was but seven days ere the flood would begin: Come thou and all thy house into the ark;
that is, he and his wife, his three sons and their wives; for thee have I seen righteous before me in this generation:
this was a great character of Noah; that he was a "righteous" person, not by his own righteousness, but by the righteousness of faith he was both heir and preacher of; and this he was "before" God, in his sight, seen, known, and acknowledged by him as righteous; and therefore must be really so: and this shows that he was not so by the works of the law, but by the righteousness of Christ; because by them no flesh living is justified in the sight of God: and Noah was a rare instance of this character; there was none besides him in that wicked generation, so that he was very conspicuous and remarkable; and it was wonderful grace to him, that he should have this blessing to be righteous in an age so sadly corrupt, which was the cause of his being saved; for whoever are justified shall be saved eternally, ( Romans 8:30 ) as well as they are often saved from temporal calamities, see ( Isaiah 3:10 ) .

Genesis 7:1 In-Context

1 Daarna zeide de HEERE tot Noach: Ga gij, en uw ganse huis in de ark; want u heb Ik gezien rechtvaardig voor Mijn aangezicht in dit geslacht.
2 Van alle rein vee zult gij tot u nemen zeven en zeven, het mannetje en zijn wijfje; maar van het vee, dat niet rein is, twee, het mannetje en zijn wijfje.
3 Ook van het gevogelte des hemels zeven en zeven, het mannetje en het wijfje, om zaad levend te houden op de ganse aarde.
4 Want over nog zeven dagen zal Ik doen regenen op de aarde veertig dagen, en veertig nachten; en Ik zal van den aardbodem verdelgen al wat bestaat, dat Ik gemaakt heb.
5 En Noach deed, naar al wat de HEERE hem geboden had.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.