Handelingen 11:3

3 Zeggende: Gij zijt ingegaan tot mannen, die de voorhuid hebben, en hebt met hen gegeten.

Handelingen 11:3 Meaning and Commentary

Acts 11:3

Saying, thou wentest into men uncircumcised
Into the houses of such, and lodged with them, and familiarly conversed with them:

and didst eat with them;
which, according to the traditions of the Jews, were unlawful; (See Gill on Acts 10:28) they say nothing about his preaching to them, and baptizing them, because these were so manifestly agreeable to the commission of Christ, in ( Matthew 28:19 ) ( Mark 16:15 ) and yet how these could be without the other, is not easy to say.

Handelingen 11:3 In-Context

1 De apostelen nu, en de broeders, die in Judea waren, hebben gehoord, dat ook de heidenen het Woord Gods aangenomen hadden.
2 En toen Petrus opgegaan was naar Jeruzalem, twistten tegen hem degenen, die uit de besnijdenis waren,
3 Zeggende: Gij zijt ingegaan tot mannen, die de voorhuid hebben, en hebt met hen gegeten.
4 Maar Petrus, beginnende, verhaalde het hun vervolgens, zeggende:
5 Ik was in de stad Joppe, biddende en zag in een vertrekking van zinnen een gezicht, namelijk een zeker vat, gelijk een groot linnen laken, nederdalende, bij de vier hoeken nedergelaten uit den hemel, en het kwam tot bij mij;
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.