Handelingen 15:7

7 En als daarover grote twisting geschiedde, stond Petrus op en zeide tot hen: Mannen broeders, gij weet, dat God van over langen tijd onder ons mij verkoren heeft, dat de heidenen door mijn mond het woord des Evangelies zouden horen, en geloven.

Handelingen 15:7 Meaning and Commentary

Acts 15:7

And when there had been much disputing
Pro and con upon this subject; many had spoken; and much had been said, and a great deal of time had been taken up about the thing in controversy:

Peter rose up;
not only out of respect to this venerable assembly, but to signify that he had something to say; and he stood up that he might be the better heard. Beza's ancient copy reads, "rose up in spirit";

and said unto them, men and brethren:
an usual form of address with the Jews; ( Acts 7:2 )

ye know how that a good while ago;
or "from ancient days"; or "from the beginning", as the Ethiopic version renders it; from the beginning of the preaching of the Gospel, after the ascension of Christ; quickly after the effusion of the Spirit on the day of Pentecost: it is thought, by some, to be ten or eleven, and, by others, to be twenty years ago, or thereabout:

God made choice among us;
the apostles; the Alexandrian copy reads, "among you"; the sense is the same, for Peter must be supposed as directing his discourse chiefly to the apostles:

that the Gentiles by my mouth should hear the word of the Gospel,
and believe; referring to the case of Cornelius, and his family: and his sense is, that some years ago it pleased God, in his providence, to single him out from the rest of the apostles, and in a very extraordinary manner to call him to go to Caesarea, and preach the gospel to Cornelius, and those that were in his house, that hearing they might believe in Christ.

Handelingen 15:7 In-Context

5 Maar, zeiden zij, er zijn sommigen opgestaan van die van de sekte der Farizeen, die gelovig zijn geworden, zeggende, dat men hen moet besnijden, en gebieden de wet van Mozes te onderhouden.

6 En de apostelen en de ouderlingen vergaderden te zamen, om op deze zaak te letten.

7 En als daarover grote twisting geschiedde, stond Petrus op en zeide tot hen: Mannen broeders, gij weet, dat God van over langen tijd onder ons mij verkoren heeft, dat de heidenen door mijn mond het woord des Evangelies zouden horen, en geloven.

8 En God, de Kenner der harten, heeft hun getuigenis gegeven, hun gevende den Heiligen Geest, gelijk als ook ons;

9 En heeft geen onderscheid gemaakt tussen ons en hen, gereinigd hebbende hun harten door het geloof.