Handelingen 4:18

18 En als zij hen geroepen hadden, zeiden zij hun aan, dat zij ganselijk niet zouden spreken, noch leren, in den Naam van Jezus.

Handelingen 4:18 Meaning and Commentary

Acts 4:18

And they called them
From the apartment where they were; or ordered their servants to call them in to them: and commanded them not to speak at all;
either privately or publicly, in the ministry of the word, or in working of miracles, in the city, or in the country: nor teach in the name of Jesus;
any doctrine whatever; or "the name of Jesus", as the Arabic version reads; that is, the doctrine of Jesus, that which respects his person, his carnation, his offices, his sufferings, death, and resurrection from the dead.

Handelingen 4:18 In-Context

16 Zeggende: Wat zullen wij dezen mensen doen? Want dat er een bekend teken door hen geschied is, is openbaar aan allen, die te Jeruzalem wonen, en wij kunnen het niet loochenen.
17 Maar opdat het niet meer en meer onder het volk verspreid worde, laat ons hen scherpelijk dreigen, dat zij niet meer tot enig mens in dezen Naam spreken.
18 En als zij hen geroepen hadden, zeiden zij hun aan, dat zij ganselijk niet zouden spreken, noch leren, in den Naam van Jezus.
19 Maar Petrus en Johannes, antwoordende, zeiden tot hen: Oordeelt gij, of het recht is voor God, ulieden meer te horen dan God.
20 Want wij kunnen niet laten te spreken, hetgeen wij gezien en gehoord hebben.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.