Jeremia 21:6

6 En Ik zal de inwoners dezer stad slaan, zowel de mensen als de beesten; door een grote pestilentie zullen zij sterven.

Jeremia 21:6 Meaning and Commentary

Jeremiah 21:6

And I will smite the inhabitants of this city
With one or other of his arrows after mentioned: or, "them that abide in this city" {o}; that do not go out of it, and surrender themselves to the king of Babylon; see ( Jeremiah 21:9 ) ; both man and beast;
the latter for the sin of the former; particularly such beasts as were fit for food are meant, whereby the famine would be increased, and so the greater destruction of men: they shall die of a great pestilence;
both man and beast; a disease which comes immediately from the hand of God; hence Hippocrates used to call it (to yeion) , "the divine disease": here it denotes a very uncommon one, which should sweep away large numbers; called great, both for quality, or the nature of it, and for the quantity of persons that died of it.


FOOTNOTES:

F15 (ryeh ybvwy ta) "manentes in hac urbe", Gataker.

Jeremia 21:6 In-Context

4 Zo zegt de HEERE, de God Israels: Ziet, Ik zal de krijgswapenen omwenden, die in ulieder hand zijn, met dewelke gij strijdt tegen den koning van Babel en tegen de Chaldeen, die u belegeren, van buiten aan den muur; en Ik zal ze verzamelen in het midden van deze stad.
5 En Ik Zelf zal tegen ulieden strijden, met een uitgestrekte hand en met een sterken arm, ja, met toorn, en met grimmigheid, en met grote verbolgenheid.
6 En Ik zal de inwoners dezer stad slaan, zowel de mensen als de beesten; door een grote pestilentie zullen zij sterven.
7 En daarna, spreekt de HEERE, zal Ik Zedekia, den koning van Juda, en zijn knechten, en het volk, en die in deze stad overgebleven zijn, van de pestilentie, van het zwaard en van den honger, geven in de hand van Nebukadrezar, den koning van Babel, en in de hand hunner vijanden, en in de hand dergenen, die hun ziel zoeken; en hij zal ze slaan met de scherpte des zwaards; hij zal ze niet sparen, noch verschonen, noch zich ontfermen.
8 En tot dit volk zult gij zeggen: Zo zegt de HEERE: Ziet, Ik stel voor ulieder aangezicht den weg des levens en den weg des doods.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.