Jeremia 35:1

1 Het woord, dat tot Jeremia geschied is van den HEERE, in de dagen van Jojakim, den zoon van Josia, den koning van Juda, zeggende:

Jeremia 35:1 Meaning and Commentary

Jeremiah 35:1

The word which came unto Jeremiah from the Lord
Not as following the former prophecies; for they must be delivered seventeen years after this. The prophecies of Jeremiah are not put together in their proper time in which they were delivered. The preceding prophecies were delivered in the "tenth" and "eleventh" years of Zedekiah's reign: but this in the days of Jehoiakim the son of Josiah king of Judah;
in what part of his reign is not certain; but it must be after Nebuchadnezzar had invaded the land, ( Jeremiah 35:11 ) ; very probably in the fourth year of Jehoiakim, after he had been the king of Babylon's servant three years, and rebelled against him, ( 2 Kings 24:1 2 Kings 24:2 ) ; saying;
as follows:

Jeremia 35:1 In-Context

1 Het woord, dat tot Jeremia geschied is van den HEERE, in de dagen van Jojakim, den zoon van Josia, den koning van Juda, zeggende:
2 Ga henen tot der Rechabieten huis, en spreek met hen, en breng hen in des HEEREN huis, in een der kameren, en geef hun wijn te drinken.
3 Toen nam ik Jaazanja, den zoon van Jeremia, den zoon van Habazzinja, mitsgaders zijn broederen, en al zijn zonen, en het ganse huis der Rechabieten;
4 En bracht hen in des HEEREN huis, in de kamer der zonen van Hanan, den zoon van Jigdalia, den man Gods; welke is bij de kamer der oversten, die daar is boven de kamer van Maaseja, den zoon van Sallum, den dorpelbewaarder.
5 En ik zette den kinderen van het huis der Rechabieten koppen vol wijn en bekers voor; en ik zeide tot hen: Drinkt wijn.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.