Jeremia 41:11

11 Toen nu Johanan, de zoon van Kareah, en al de oversten der heiren, die met hem waren, al het kwaad hoorden, dat Ismael, de zoon van Nethanja, gedaan had;

Jeremia 41:11 Meaning and Commentary

Jeremiah 41:11

But when Johanan the son of Kareah
The same that is mentioned ( Jeremiah 40:8 Jeremiah 40:13 Jeremiah 40:15 ) ; and who had informed Gedaliah of Ishmael's designs against him, but he would not believe him: and all the captains of the forces that [were] with him;
his brother Jonathan, Seraiah, the sons of Ephai, and Jezaniah, ( Jeremiah 40:8 ) ; heard of all the evil that Ishmael the son of Nethaniah had done;
in murdering Gedaliah, and those that were with him, destroying seventy other persons he had decoyed, and carrying captive the rest of the people at Mizpah; for though Ishmael kept all this a secret as much as he could, for fear of these forces, and that he might get off clear to Ammon; yet, by some means or another, these captains came to hear of it, who, probably, were not at a great distance from Mizpah.

Jeremia 41:11 In-Context

9 De kuil nu, waarin Ismael al de dode lichamen der mannen, die hij aan de zijde van Gedalia geslagen had, henenwierp, is dezelfde, dien de koning Asa maakte vanwege Baesa, den koning Israels; dezen vulde Ismael, de zoon van Nethanja, met de verslagenen.
10 En Ismael voerde het ganse overblijfsel des volks, dat te Mizpa was, gevankelijk, te weten des konings dochteren, en al het volk, die te Mizpa waren overgelaten, die Nebuzaradan, de overste der trawanten, aan Gedalia, den zoon van Ahikam, bevolen had; Ismael dan, den zoon van Nethanja, voerde ze gevankelijk weg, en toog henen, om over te gaan tot de kinderen Ammons.
11 Toen nu Johanan, de zoon van Kareah, en al de oversten der heiren, die met hem waren, al het kwaad hoorden, dat Ismael, de zoon van Nethanja, gedaan had;
12 Zo namen zij al de mannen, en togen henen, om met Ismael, den zoon van Nethanja, te strijden; en zij vonden hem aan het grote water, dat bij Gibeon is.
13 En het geschiedde, als het volk, dat met Ismael was, Johanan zag, den zoon van Kareah, en al de oversten der heiren, die met hem waren, zo werden zij verblijd.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.