Jeremia 50:27

27 Doodt met het zwaard al haar varren, laat ze afgaan ter slachting; wee over hen, want hun dag is gekomen, de tijd hunner bezoeking!

Jeremia 50:27 Meaning and Commentary

Jeremiah 50:27

Slay all her bullocks
Or, "all her mighty ones", as the Targum and Vulgate Latin version; her princes and great men, as Jarchi, Kimchi, and Abarbinel; compared to bullocks for their strength, fatness, and fierceness; see ( Psalms 22:12 Psalms 22:13 ) ; this may well be applied to the slaughter of kings, captains, and mighty men, at the battle of Armageddon, ( Revelation 19:18 ) ; let them go down to the slaughter;
to the place slaughter, as oxen do, insensible, and whether they will or not: woe unto them, for their day is come, the time of their visitation;
the time of their destruction, of visiting or punishing them for their sins, appointed by the Lord, which they could not pass; and so a woeful and dreadful time to them.

Jeremia 50:27 In-Context

25 De HEERE heeft Zijn schatkamer opengedaan, en de instrumenten Zijner gramschap voortgebracht; want dat is een werk van den HEERE, den HEERE der heirscharen, in het land der Chaldeen.
26 Komt aan tegen haar van het uiterste, opent haar schuren, vertreedt haar als korenhopen, en verbant ze; laat ze geen overblijfsel hebben.
27 Doodt met het zwaard al haar varren, laat ze afgaan ter slachting; wee over hen, want hun dag is gekomen, de tijd hunner bezoeking!
28 Er is een stem der gevluchten en ontkomenen uit het land van Babel, om in Sion te verkondigen de wraak des HEEREN, onzes Gods, de wraak Zijns tempels.
29 Laat u horen tegen Babel, gij schutters! gij allen, die den boog spant! legert u tegen haar rondom, laat niemand van hen ontkomen; vergeldt haar naar haar werk, doet haar naar alles, wat zij gedaan heeft; want zij heeft trotselijk gehandeld tegen den HEERE, tegen den Heilige Israels.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.