Jeremia 52:8

8 Doch het heir der Chaldeen jaagde den koning na, en zij achterhaalden Zedekia in de vlakke velden van Jericho; en al zijn heir werd van bij hem verstrooid.

Jeremia 52:8 Meaning and Commentary

Jeremiah 52:8

But the army of the Chaldeans pursued after the king
Not finding him in his palace, and being informed of his flight, and which way he took: and overtook Zedekiah in the plains of Jericho:
(See Gill on Jeremiah 39:5); and all his army was scattered from him;
when they saw the enemy pursuing them, and near unto them, they left him, as Josephus F17 says, and shifted for themselves.


FOOTNOTES:

F17 Ibid. (Antiqu. l. 10. c. 8. sect. 2. Ed. Hudson.)

Jeremia 52:8 In-Context

6 In de vierde maand, op den negenden der maand, als de honger in de stad sterk werd, en het volk des lands geen brood had;
7 Toen werd de stad doorgebroken, en al de krijgslieden vloden, en trokken uit des nachts, uit de stad, door den weg der poort tussen de twee muren, die aan des konings hof waren (de Chaldeen nu waren tegen de stad rondom), en zij togen door den weg des vlakken velds.
8 Doch het heir der Chaldeen jaagde den koning na, en zij achterhaalden Zedekia in de vlakke velden van Jericho; en al zijn heir werd van bij hem verstrooid.
9 Zij dan grepen den koning, en voerden hem opwaarts tot den koning van Babel naar Ribla, in het land van Hamath; die sprak oordelen tegen hem.
10 En de koning van Babel slachtte de zonen van Zedekia voor zijn ogen; en hij slachtte ook al de vorsten van Juda te Ribla.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.