Jeremia 52:6

6 In de vierde maand, op den negenden der maand, als de honger in de stad sterk werd, en het volk des lands geen brood had;

Jeremia 52:6 Meaning and Commentary

Jeremiah 52:6

And in the fourth month, in the ninth [day] of the month
The month Tammuz F15, which answers to part of June and part of July; hence the fast of the fourth month, for the taking of the city, ( Zechariah 8:19 ) ; the famine was sore in the city, so that there was no bread for the
people of the land;
for the common people; though there might be some in the king's palace, and in the houses of princes and noblemen, and officers of the army; yet none for the soldiers, and the meaner sort of people; who therefore were disheartened and enfeebled, that they could not defend the city, or hold out any longer: the famine had been before this time, but was now increased to a prodigious degree, so that the people had no bread to eat; see ( Jeremiah 38:9 ) .


FOOTNOTES:

F15 T. Bab. Roshhashana, fol. 18. 2. & Taanith, fol. 28. 2.

Jeremia 52:6 In-Context

4 En het geschiedde in het negende jaar zijner regering, in de tiende maand, op den tienden der maand, dat Nebukadrezar, de koning van Babel, kwam tegen Jeruzalem, hij en zijn ganse heir, en zij legerden zich tegen haar, en zij bouwden tegen haar sterkten rondom.
5 Alzo kwam de stad in belegering, tot in het elfde jaar van den koning Zedekia.
6 In de vierde maand, op den negenden der maand, als de honger in de stad sterk werd, en het volk des lands geen brood had;
7 Toen werd de stad doorgebroken, en al de krijgslieden vloden, en trokken uit des nachts, uit de stad, door den weg der poort tussen de twee muren, die aan des konings hof waren (de Chaldeen nu waren tegen de stad rondom), en zij togen door den weg des vlakken velds.
8 Doch het heir der Chaldeen jaagde den koning na, en zij achterhaalden Zedekia in de vlakke velden van Jericho; en al zijn heir werd van bij hem verstrooid.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.