Jesaja 66:4

4 Ik zal ook verkiezen het loon hunner handelingen, en hun vreze zal Ik over hen doen komen, omdat Ik geroepen heb, en niemand antwoordde, Ik gesproken heb, en zij niet hoorden, maar deden dat kwaad is in Mijn ogen, en verkoren hetgeen waartoe Ik geen lust had.

Jesaja 66:4 Meaning and Commentary

Isaiah 66:4

I also will choose their delusions
Suffer them to approve and make choice of such persons that should delude and deceive them; as the Scribes and Pharisees, who were wolves in sheep's clothing, and through their appearance of sanctity deceived many, and by their long prayers devoured widows' houses; and as these false prophets, so likewise false Christs, many of which arose after the true Messiah was come, and was rejected by them, whom they embraced, and, by whom they were deluded and ruined, ( Matthew 7:15 ) ( 24:24 ) and will bring their fears upon them;
the things they feared; such as the sword, famine, and pestilence; and especially the Romans, who, they feared, would come and take away their place and nation, ( John 11:48 ) : because, when I called, none did answer; when I spake, they did not
hear;
that is, when Christ called unto the Jews, in the external ministry of the word, to come and hear him, they refused to come, nor would they suffer others to answer to this call, and hear him, and attend on his ministry; which rejection of him and his Gospel was the cause of their ruin: but they did evil before mine eyes;
openly and publicly to his face; blasphemed and contradicted his word, and despised his ordinances: and chose that in which I delighted not; their oral law, their legal sacrifices, and their own self-righteousness, as well as their immoralities.

Jesaja 66:4 In-Context

2 Want Mijn hand heeft al deze dingen gemaakt, en al deze dingen zijn geweest, spreekt de HEERE; maar op dezen zal Ik zien, op den arme en verslagene van geest, en die voor Mijn woord beeft.

3 Wie een os slacht, slaat een man; wie een lam offert, breekt een hond den hals; wie spijsoffer offert, is als die zwijnenbloed offert; wie wierook brandt ten gedenkoffer, is als die een afgod zegent. Dezen verkiezen ook hun wegen, en hun ziel heeft lust aan hun verfoeiselen.

4 Ik zal ook verkiezen het loon hunner handelingen, en hun vreze zal Ik over hen doen komen, omdat Ik geroepen heb, en niemand antwoordde, Ik gesproken heb, en zij niet hoorden, maar deden dat kwaad is in Mijn ogen, en verkoren hetgeen waartoe Ik geen lust had.

5 Hoort des HEEREN woord, gij, die voor Zijn woord beeft! Uw broeders, die u haten, die u verre afzonderen, om Mijns Naams wil, zeggen: Dat de HEERE heerlijk worde! Doch Hij zal verschijnen tot ulieder vreugde, zij daarentegen zullen beschaamd worden.

6 Er zal een stem van een groot rumoer uit de stad zijn, een stem uit den tempel, de stem des HEEREN, Die Zijn vijanden de verdiensten vergeldt.