Job 25:1

1 Toen antwoordde Bildad, de Suhiet, en zeide:

Job 25:1 Meaning and Commentary

Job 25:1

Then answered Bildad the Shuhite
Not to what Job had just now delivered, in order to disprove that, that men, guilty of the grossest crimes, often go unpunished in this life, and prosper and succeed, and die in peace and quietness, as other men; either because he was convinced of the truth of what he had said, or else because he thought he was an obstinate man, and that it was best to let him alone, and say no more to him, since there was no likelihood of working any conviction on him; wherefore he only tries to possess his mind of the greatness and majesty of God, in order to deter him from applying to God in a judicial way, and expecting redress and relief from him;

and said;
as follows.

Job 25:1 In-Context

1 Toen antwoordde Bildad, de Suhiet, en zeide:

2 Heerschappij en vreze zijn bij Hem, Hij maakt vrede in Zijn hoogten.

3 Is er een getal Zijner benden? En over wien staat Zijn licht niet op?

4 Hoe zou dan een mens rechtvaardig zijn bij God, en hoe zou hij zuiver zijn, die van een vrouw geboren is?

5 Zie, tot de maan toe, en zij zal geen schijnsel geven; en de sterren zijn niet zuiver in Zijn ogen.