Job 27:17

17 Hij zal ze bereiden, maar de rechtvaardige zal ze aantrekken, en de onschuldige zal het zilver delen.

Job 27:17 Meaning and Commentary

Job 27:17

He may prepare [it]
Raiment; beginning with that first which was mentioned last, which is frequent in the Hebrew and eastern languages; such things may be done, and often are, by wicked men:

but the just shall put [it] on;
the wicked man will either have no heart, or have no time, to wear it, at least to wear it out, and so a just man shall have it, as the Israelites put on the raiment of the Egyptians, which they begged or borrowed, and spoiled them of, ( Exodus 12:35 ) ; and oftentimes so it is in Providence, that the wealth of wicked men is by one means or another transferred into the families of good men, who enjoy it, and make a better use of it, ( Proverbs 13:22 ) ;

and the innocent shall divide the silver;
have a part of it at least, or divide the whole between his children, or give a part of it to the poor; so money that is ill gotten, or ill used, is taken away, and put into the hands of one that will have mercy on the poor, and liberally distribute it to them, ( Proverbs 28:8 ) .

Job 27:17 In-Context

15 Zijn overgeblevenen zullen in den dood begraven worden, en zijn weduwen zullen niet wenen.

16 Zo hij zilver opgehoopt zal hebben als stof, en kleding bereid als leem;

17 Hij zal ze bereiden, maar de rechtvaardige zal ze aantrekken, en de onschuldige zal het zilver delen.

18 Hij bouwt zijn huis als een motte, en als een hoeder de hutte maakt.

19 Rijk ligt hij neder, en wordt niet weggenomen; doet hij zijn ogen open, zo is hij er niet.