Job 34:21

21 Want Zijn ogen zijn op ieders wegen, en Hij ziet al zijn treden.

Job 34:21 Meaning and Commentary

Job 34:21

For his eyes [are] upon the ways of man
Which denotes the omniscience of God, which reaches to every man, to every individual, and to all men in general; and to their ways, to every step taken by them, to the whole of their lives and conversations, and every action of them; to all their internal and external ways and goings; perhaps the former may be meant in this, and the latter in the following clause. This may denote all their inward thoughts, the workings of their mind, the imaginations of their heart; all their secret purposes, designs, and schemes; and all the desires and affections of their soul; and all these, whether good or bad:

and he seeth all his goings;
the whole of his walk and conversation, conduct and behaviour; all his external ways, works, and actions; and these whether of good or bad men, see ( Psalms 139:1-6 ) .

Job 34:21 In-Context

19 Hoe dan tot Dien, Die het aangezicht der vorsten niet aanneemt, en den rijke voor den arme niet kent? Want zij zijn allen Zijner handen werk.

20 In een ogenblik sterven zij; zelfs ter middernacht wordt een volk geschud, dat het doorga; en de machtige wordt weggenomen zonder hand.

21 Want Zijn ogen zijn op ieders wegen, en Hij ziet al zijn treden.

22 Er is geen duisternis, en er is geen schaduw des doods, dat aldaar de werkers der ongerechtigheid zich verbergen mochten.

23 Gewisselijk, Hij legt den mens niet te veel op, dat hij tegen God in het gericht zou mogen treden.