Jozua 2:24

24 En zij zeiden tot Jozua: Zekerlijk, de HEERE heeft dat ganse land in onze handen gegeven; want ook zijn al de inwoners des lands voor onze aangezichten gesmolten.

Jozua 2:24 Meaning and Commentary

Joshua 2:24

And they said unto Joshua
Made a report of what they had got knowledge of, which answered the end of their mission:

truly the Lord hath delivered into our hands all the land:
which they concluded by the terror the inhabitants of it were in, and so in no condition to make resistance and defend themselves; and they not only judged of the whole land by the case of the inhabitants of Jericho, but were assured by Rahab that all the inhabitants of the land were in the same plight and condition, ( Joshua 2:9 ) ;

for even the inhabitants of the country do faint because of us;
this was the temper and disposition they appeared in, and seems to be what Joshua was chiefly desirous of knowing; since nothing else is told by the spies nor inquired of by him, but immediately upon this report began his march towards Canaan, as in the next chapter is related.

Jozua 2:24 In-Context

22 Zij dan gingen heen, en kwamen op het gebergte, en bleven aldaar drie dagen, totdat de vervolgers wedergekeerd waren; want de vervolgers hadden hen op al den weg gezocht, maar niet gevonden.

23 Alzo keerden die twee mannen weder, en gingen af van het gebergte, en voeren over, en kwamen tot Jozua, den zoon van Nun; en zij vertelden hem al wat hun wedervaren was.

24 En zij zeiden tot Jozua: Zekerlijk, de HEERE heeft dat ganse land in onze handen gegeven; want ook zijn al de inwoners des lands voor onze aangezichten gesmolten.