Leviticus 8:32

32 Maar het overige van het vlees en van het brood zult gij met vuur verbranden.

Leviticus 8:32 Meaning and Commentary

Leviticus 8:32

And that which remaineth of the flesh and of the bread,
&c.] Until the next morning, which could not be eaten by Aaron and his sons:

shall ye burn with fire;
that it might not be corrupted, nor put to common nor superstitious uses.

Leviticus 8:32 In-Context

30 Mozes nam ook van de zalfolie, en van het bloed, hetwelk op het altaar was, en sprengde het op Aaron, op zijn klederen, en op zijn zonen, en op de klederen zijner zonen met hem; en hij heiligde Aaron, zijn klederen, en zijn zonen, en de klederen zijner zonen met hem.
31 En Mozes zeide tot Aaron en tot zijn zonen: Ziedt dat vlees voor de deur van de tent der samenkomst, en eet hetzelve daar, mitsgaders het brood, dat in den korf des vuloffers is; gelijk als ik geboden heb, zeggende: Aaron en zijn zonen zullen dat eten.
32 Maar het overige van het vlees en van het brood zult gij met vuur verbranden.
33 Ook zult gij uit de deur van de tent der samenkomst, zeven dagen, niet uitgaan, tot aan den dag, dat vervuld worden de dagen uws vuloffers; want zeven dagen zal men uw handen vullen.
34 Gelijk men gedaan heeft op dezen dag, heeft de HEERE te doen geboden, om voor u verzoening te doen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.