Lukas 4:20

20 En als Hij het boek toegedaan en den dienaar wedergegeven had, zat Hij neder; en de ogen van allen in de synagoge waren op Hem geslagen.

Lukas 4:20 Meaning and Commentary

Luke 4:20

And he closed the book
"Or rolled it up"; and so the high priest did, after he read in the book of the law, on the day of atonement, all that was necessary to be read, (hrwt rpo llwg) , "he rolled the book of the law", and put it in his bosom ^F6:

and he gave it again to the minister;
the Chazan ^F7, who was the minister, or servant of the congregation, who had the affairs of it upon him, to let in, and bring out, and to order all things; and particularly to take care of the book of the law, and the chest, or ark in which it was. If the same rule was observed giving and taking the book of any prophet, as the book of the law; then Christ gave it to the minister, and he received it with his right hand: for so it is said {h},

``he that gives the book of the law to his friend, may not give it but with the right hand; and he that receives it may not receive it but with the right hand; for so was the giving of it on Mount Sinai, according to ( Deuteronomy 33:2 ) .''

And sat down;
as was the manner of the Jews, when they taught, or preached; (See Gill on Matthew 5:1).

and the eyes of all them that were in the synagogue were fastened
on him:
they looked very wistly at him, and were very attentive to what he should say, upon such a passage of Scripture, which they knew referred to the Messiah; and the rather, as they had known him formerly, and had heard that he was said to be the Messiah.

---

FOOTNOTES:

F6 Misn. Yoma, c. 7. sect. 1.
F7 Bartenora in Misn. Sota, c. 7. sect. 7.
F8 Massechet Sopherirn, c. 3. sect. 10.

Lukas 4:20 In-Context

18 De Geest des Heeren is op Mij, daarom heeft Hij Mij gezalfd; Hij heeft Mij gezonden, om den armen het Evangelie te verkondigen, om te genezen, die gebroken zijn van hart;

19 Om den gevangenen te prediken loslating, en den blinden het gezicht, om de verslagenen heen te zenden in vrijheid; om te prediken het aangename jaar des Heeren.

20 En als Hij het boek toegedaan en den dienaar wedergegeven had, zat Hij neder; en de ogen van allen in de synagoge waren op Hem geslagen.

21 En Hij begon tot hen te zeggen: Heden is deze Schrift in uw oren vervuld.

22 En zij gaven Hem allen getuigenis, en verwonderden zich over de aangename woorden, die uit Zijn mond voortkwamen; en zeiden: Is deze niet de Zoon van Jozef?