Lukas 8:30

30 En Jezus vraagde hem, zeggende: Welke is uw naam? En hij zeide: Legio. Want vele duivelen waren in hem gevaren.

Lukas 8:30 Meaning and Commentary

Luke 8:30

And Jesus asked him, saying, what is thy name?
&c.] This question was put, not out of ignorance in Christ, but for the sake of those that were with him; and partly, that the miserable condition of this man might be the more known; and partly, that his own power might be the more manifest in the dispossession:

and he said, legion, because many devils were entered into him;
(See Gill on Mark 5:9).

Lukas 8:30 In-Context

28 En hij, Jezus ziende, en zeer roepende, viel voor Hem neder, en zeide met een grote stem: Wat heb ik met U te doen, Jezus, Gij Zone Gods, des Allerhoogsten, ik bid U, dat Gij mij niet pijnigt!
29 Want Hij had den onreinen geest geboden, dat hij van den mens zou uitvaren; want hij had hem menigen tijd bevangen gehad; en hij werd met ketenen en met boeien gebonden, om bewaard te zijn; en hij verbrak de banden, en werd van den duivel gedreven in de woestijnen.
30 En Jezus vraagde hem, zeggende: Welke is uw naam? En hij zeide: Legio. Want vele duivelen waren in hem gevaren.
31 En zij baden Hem, dat Hij hun niet gebieden zou in den afgrond heen te varen.
32 En aldaar was een kudde veler zwijnen, weidende op den berg; en zij baden Hem, dat Hij hun wilde toelaten in dezelve te varen. En Hij liet het hun toe.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.