Markus 6:52

52 Want zij hadden niet gelet op het wonder der broden; want hun hart was verhard.

Markus 6:52 Meaning and Commentary

Mark 6:52

For they considered not the miracle of the loaves
Which they had seen but the day before; they did not attend to it, nor learn from it, as they might, the wonderful glory of Christ, and the greatness of his power; which was as much an act of omnipotence, as either his walking upon the water, or causing the wind to cease, or more so.

For their heart was hardened;
or "blinded"; not by sin, or against Christ, much less in a judicial way: but there was a great deal of dulness and stupidity, and want of attention in them. The glory of Christ, which he manifested, and showed forth in his miracles, was not so clearly and fully discerned, attended to, and acknowledged by them, at it might reasonably be thought it would; for notwithstanding these miracles, which they daily saw, they stood in need of divine illuminations, that the darkness of their minds being removed, they might behold the glory of Christ, as the glory of the only begotten of the Father.

Markus 6:52 In-Context

50 Want zij zagen Hem allen, en werden ontroerd; en terstond sprak Hij met hen, en zeide tot hen: Zijt welgemoed, Ik ben het; vreest niet.

51 En Hij klom tot hen in het schip, en de wind stilde; en zij ontzetten zich bovenmate zeer in zichzelven, en waren verwonderd.

52 Want zij hadden niet gelet op het wonder der broden; want hun hart was verhard.

53 En als zij overgevaren waren, kwamen zij in het land Gennesareth, en havenden aldaar.

54 En als zij uit het schip gegaan waren, terstond werden zij Hem kennende.