Nehemia 10:31

31 Ook als de volken des lands waren en alle koren op den sabbatdag ten verkoop brengen, dat wij op den sabbat, of op een anderen heiligen dag van hen niet zouden nemen; en dat wij het zevende jaar zouden vrij laten, mitsgaders allerhande bezwaarnis.

Nehemia 10:31 Meaning and Commentary

Nehemiah 10:31

And if the people of the land bring ware
Any thing to be sold, any sort of goods, that being sold might be taken away, as the word signifies;

or any victuals on the sabbath day to sell;
anything to make food of; wheat or barley, as Aben Ezra interprets it; the same word is rendered corn, (See Gill on Genesis 42:1); to sell which was not lawful on the sabbath day, see ( Amos 8:5 )

that we would not buy it of them on the sabbath, or on the holy day;
any festival, as the feast of the passover, pentecost, and tabernacles:

and that we would leave the seventh year:
the ground untilled in that year, the vines unpruned, and the fruits of the earth, which sprung of themselves, for the poor to gather, ( Leviticus 25:4-7 ) ,

and the exaction of every debt;
that they would not demand the payment of any debt on the seventh year, as the law required they should not, ( Deuteronomy 15:2 ) .

Nehemia 10:31 In-Context

29 Die hielden zich aan hun broederen, hun voortreffelijken, en kwamen in den vloek en in den eed, dat zij zouden wandelen in de wet Gods, die gegeven is door de hand van den knecht Gods, Mozes; en dat zij zouden houden, en dat zij zouden doen al de geboden des HEEREN, onzes Heeren, en Zijn rechten en Zijn inzettingen;
30 En dat wij onze dochteren niet zouden geven aan de volken des lands, noch hun dochteren nemen voor onze zonen.
31 Ook als de volken des lands waren en alle koren op den sabbatdag ten verkoop brengen, dat wij op den sabbat, of op een anderen heiligen dag van hen niet zouden nemen; en dat wij het zevende jaar zouden vrij laten, mitsgaders allerhande bezwaarnis.
32 Voorts zetten wij ons geboden op, ons opleggende een derde deel van een sikkel in het jaar, tot den dienst van het huis onzes Gods;
33 Tot het brood der toerichting, en het gedurig spijsoffer, en tot het gedurig brandoffer, der sabbatten, der nieuwe maanden, tot de gezette hoogtijden, en tot de heilige dingen, en tot de zondofferen, om verzoening te doen over Israel; en tot alle werk van het huis onzes Gods.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.